Wat jij, Flutstuk?

Ik kreeg er weer flink van langs na mijn vorige column – waarvoor mijn oprechte dank, keep’m coming. De reactie van Flutstuk sprong eruit. Vooral door de briljante naam waarin zijn identiteit versmelt met zijn mening.

Ik had nog geen letter gelezen of ik wist al waar hij voor stond. Nu komen mensen meestal pas in beweging als dingen niet bevallen. Ik heb daarom de ijdele hoop dat achter de helaas niet geponeerde naam Fantastischverhaalman een zwijgende meerderheid schuilgaat die na het lezen van m’n column de hele middag blij door de woonkamer huppelde.

Goed of slecht, reacties zijn als fenomeen zelf interessant. Veel kranten en sites verafschuwen online reacties en gaan steeds vaker over tot censuur. Hun core business is immers uiten, niet ontvangen. Maar er is geen weg terug. Decennia lang was het hebben van een mening voorbehouden aan een elite. Nu grijpen we allemaal de kans een discussie te voeren of te beginnen. Iedereen kan bloggen, twitteren en nieuws maken. En daar komen dan weer reacties op. Natuurlijk gebeurt dat juist in Nederland volop, met onze sterk door jaloezie gedreven cultuur. We tomen anderen liever in dan dat we hen aansporen tot succes. De Dutch dream bestaat niet, Dutch courage en Dutch disease wel. Over succesvolle ondernemers of slimme netwerkers in de online wereld wordt vaak negatief gesproken.

De Amerikaanse investeerder Julie Meyer pakte op eDay de stier bij de ballen: als iemand jou vertelt ‘denk je soms beter te zijn dan anderen?’ moet het antwoord zijn ‘wat let jou om te proberen beter te zijn dan anderen?’ Uniek aan het nieuwe reageren en meedoen is dat het grotendeels anoniem gebeurt.

Ik onderteken met mijn echte naam, maar ik geloof dan ook oprecht dat privacy dood is. En de briefschrijvers in het NRC Handelsblad heten op z’n minst nog — pak ’m beet — ‘drs. F.L.K. van Dusschoten te Zoetermeer’. Maar nog nooit zag ik een stuk in een papieren Nederlandse krant ondertekend met ‘Flutstuk’ of ‘Emax’. Zoals de ‘reaguurders’ van GeenStijl of andere community’s fraaie fantasienamen hebben. Een drs. Van Dusschoten reageert daar niet — of misschien wel, maar dan als Captain Diehard of Superior Bastard. In Japan is die identiteitsslag al verder doorontwikkeld. In de Japanse cultuur is het not done om uitgesproken of keihard onbeleefd te zijn. Op publicaties wordt weinig gereageerd, laat staan onder eigen naam. Dit neemt niet weg dat in de mondige wereld ook Japanners de behoefte voelen hun stem te laten horen. De site mixi.co.jp is hierdoor een waanzinnig succes. Hier worden alle hedendaagse onderwerpen, inclusief alle Japanse taboes, op een onbespoten manier besproken. Alles wat je niet ziet en hoort op straat, komt wel naar boven. De Mixi-reaguurders hebben een ‘valse’ identiteit en de toon is ongekend fel.

De kunst is om van de geleende identiteit een karakter te maken dat anderen gaan herkennen. Het is zeker niet de bedoeling om uiteindelijk uit de kast te komen en je ware ik te laten zien. Dat zou gezichtsverlies zijn. Ik verwacht dat dit model ook in Nederland een geweldig succes kan worden. Wat jij, Flutstuk?

Bron: http://www.emerce.nl/nieuws/column-wat-jij-flutstuk

team

Je bent altijd welkom op het Prinseneiland. Bel ons en maak tijd voor een eerste ontmoeting. 020-6933131 of mai richard@iizt.com


Laat een reactie achter

Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.